Telefoon: 0418 - 579 442 | E-mail: info@goestenopdam.nl

Tips voor de ondernemer – 2018

Tips voor de ondernemer – 2018
19 november 2018 beheerdergoestenopdam

Optimaliseer investeringsaftrek

De investeringsaftrek is een fiscale subsidie op investeringen. Boven een investeringsgedrag van € 56.600 geldt dat des te hoger de investering, des te lager het bedrag van de investeringsaftrek. Het kan voor u gunstig zijn bedrijfsinvesteringen over meerdere kalenderjaren te spreiden. Door een investering nog juist wel of juist niet in 2018 te doen, kunt u profiteren van een zo hoog mogelijke aftrek. Onder investeren wordt verstaan “het aangaan van verplichtingen”. Dit betekent dat u investeert als u de offerte accepteert.

Andere investeringsfaciliteiten, zoals EIA, MIA en Vamil

Naast de investeringsaftrek zijn er nog andere investeringsfaciliteiten. Wanneer u milieuvriendelijk of energiezuinig investeert kunt u wellicht gebruik maken van de energie-investeringsaftrek (EIA), de milieu-investeringsaftrek (MIA) of de willekeurige afschrijving op milieubedrijfsmiddelen (Vamil).

Voor toepassing van de EIA en de MIA / Vamil moet u investeren in nieuwe bedrijfsmiddelen die zijn opgenomen op daartoe ontwikkelde lijsten (Energie en Milieulijst 2018). Vraag uw leverancier of onze adviseurs op tijd of een investering wellicht in aanmerking komt voor de EIA, MIA en/of Vamil. Met name voor de EIA is het doen van een investering in 2018 extra voordelig. De aftrek bedraagt dit jaar nog 54½% maar wordt in 2019 verlaagd naar 45%!

Voor toekenning van EIA en MIA / Vamil is het vereist dat u de investering tijdig meldt bij RVO.nl, namelijk binnen drie maanden nadat u de investeringsverplichting bent aangegaan. U investeert als u de offerte accepteert. Bent u te laat met de melding, dan komt u niet in aanmerking voor de aftrek!

Kijk uit voor een desinvesteringsbijtelling

Heeft u in 2014 gebruik gemaakt van de investeringsaftrek en wilt het desbetreffende bedrijfsmiddelen verkopen, wacht dan met verkoop tot 2019. Hiermee voorkomt u dat een gedeelte van de genoten investeringsaftrek moet worden terugbetaald.

Voorkom verliesverdamping

Ondernemers die over een bepaald jaar een verlies lijden, mogen dat voorwaarts of achterwaarts verrekenen. De behaalde winst wordt dan verminderd met het verliesbedrag. Voorwaarts wil zeggen: verrekenen met in de toekomst behaalde winsten (maximaal 9 jaar na het verliesgevende jaar). Achterwaarts wil zeggen: verrekenen met een winst in het voorgaande jaar.

Indien u een verlies heeft staan uit het jaar 2009, is het noodzakelijk dit verlies nog dit jaar te verrekenen met winsten. Volgend jaar kan het namelijk niet meer. Wie in 2018 weinig of geen winst heeft gemaakt, kan winst forceren door bijvoorbeeld bezittingen of een pand met grote meerwaarde te verkopen aan een gelieerde BV dan wel een samenwerkingsverband aan te gaan. Dit moet dan nog wel in 2018 worden geregeld.

Gebruik uw herinvesteringsreserve

Voor de boekwinst behaald op een bedrijfsmiddel kan een herinvesteringsreserve worden gevormd. Deze boekwinst mag dan (onder voorwaarden) worden afgeboekt op een nieuw bedrijfsmiddel. Als in 2015 een herinvesteringsreserve is gevormd, dient u voor het einde van 2018 een herinvestering te doen. Doet u dit niet, dan valt de reserve in beginsel vrij in de winst en wordt deze belast. Haast is dan ook geboden. Enkel in zeer bijzondere omstandigheden kan de termijn voor het aanhouden van een herinvesteringsreserve worden verlengd.

Beloon uw meewerkende partner

Als de partner meewerkt in de onderneming, kan het voordelig zijn om daarvoor een arbeidsbeloning te geven. Bij een vergoeding van meer dan € 5.000 is deze bij de ondernemer aftrekbaar en bij de partner belast. Er kan dan wellicht een tariefvoordeel worden behaald en mogelijk bestaat recht op extra heffingskortingen.

Wilt u dit jaar nog gebruik maken van de fiscale voordelen van het belonen van de meewerkende partner, zorg dan dat de beloning nog in 2018 wordt uitbetaald aan de partner.

Salaris voor uw kinderen

Als uw kinderen meewerken in het bedrijf kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om hen salaris uit te betalen. Vanaf 13 jaar mogen kinderen al sommige werkzaamheden verrichten. Ze kunnen bijvoorbeeld meehelpen in de winkel of het bedrijf van hun ouders. Dit mag alleen bij een bedrijf aan huis.

Afhankelijk van de fiscale situatie van het kind en de ouder(s) hoeft het meewerkende kind geen inkomstenbelasting te betalen over het ontvangen loon en krijgen de ouders een aftrekpost tegen maximaal 45%. Het voordeel kan dan oplopen tot enkele duizenden euro’s op jaarbasis.

Uw kinderen hoeven niet altijd in de loonadministratie te worden opgenomen. Afdracht van werknemersverzekeringen kan vaak achterwege blijven. Wilt u nog dit jaar uw kinderen belonen voor hun werkzaamheden, zorg dan dat de beloning vóór 31 december wordt uitbetaald.

Maak haast met de bedrijfsopvolging

Het (gedeeltelijk) schenken van uw onderneming of aandelen in uw BV kan fiscaal op een voordelige wijze. Er is géén schenkbelasting verschuldigd als de onderneming een waarde heeft van € 1.072.000. Is de waarde hoger, dan is van het meerdere 83% vrijgesteld. Er wordt dan 17% belast tegen (bij een schenking van ouder aan kind) een tarief van maximaal 20%. Het belastingtarief is dan slechts 3,4% (20% van 17%) van de waarde van de schenking. Financiën wil deze bedrijfsopvolgingsregeling in deze kabinetsperiode versoberen. Zorg daarom dat u tijdig gebruik maakt van deze zeer profijtelijke regeling.

Dien de WBSO-aanvraag tijdig in

Als uw onderneming het voornemen heeft om per 1 januari 2019 S&O-werkzaamheden te starten, moet tijdig een WBSO-aanvraag worden ingediend. Hebt u werknemers dan moet de aanvraag uiterlijk 30 november 2018 zijn ingediend. Voor ZZP’ers geldt de deadline van 1 januari 2019. Houd deze termijnen goed in de gaten.

Benut de werkkostenregeling optimaal

Wij raden u aan te controleren of de werkkostenregeling optimaal wordt benut. U kunt bijvoorbeeld nagaan of u de vergoedingen en verstrekkingen die u in 2018 aan uw werknemers hebt gegeven, correct hebt verwerkt en waar gewenst hebt aangewezen. U kunt na afloop van het jaar niet alsnog vergoedingen en verstrekkingen aanwijzen. Ook is deze controle een goede gelegenheid om te inventariseren of u voor het komende kalenderjaar rekening moet houden met extra werkkosten ten opzichte van het afgelopen jaar.

Stijging van het lage btw-tarief. Wat betekent dat voor u?

Het lage btw-tarief stijgt op 1 januari 2019 van 6% naar 9%. Dit kan voor u gevolgen hebben, waar u zich als ondernemer het beste tijdig op kunt voorbereiden.

Verkoopt u zelf producten of diensten die onder het lage tarief vallen, dan zult u uw prijzen wellicht willen aanpassen. Houd er rekening mee dat u, net als vele andere ondernemers, op 1 januari 2019 ook de inflatie wellicht wilt doorberekenen in de nieuwe prijzen.

Als gevolg van de wijziging zult u ook uw administratie moeten aanpassen. Uit uw boekhouding zal duidelijk moeten blijken hoeveel goederen u tegen het lage tarief verkocht heeft en hoeveel btw-afdracht dit tot gevolg heeft. Dit tarief moet dus worden aangepast. Hetzelfde geldt voor uw inkoop tegen het lage tarief en de daaruit volgende vooraftrek.

Voer de tariefverhoging ook door in uw facturatie, zodat automatisch het juiste bedrag aan btw in rekening wordt gebracht. Brengt u ten onrechte een verkeerd percentage in rekening, dan zult u het verschil zelf moeten bijpassen.

Heeft u dit jaar al goederen en diensten tegen het lage tarief gefactureerd die pas in 2019 geleverd worden? Dan wordt over het verschil niet nageheven. U hoeft uw administratie hierop dus niet aan te passen en ook geen aanvullende nota’s te sturen. In uw offertes waarbij u uw producten of diensten levert na 1 januari 2019, moet u echter wel rekening houden met het nieuwe btw-tarief.

Met deze tips schetsen wij u welke mogelijkheden er zijn nog dit jaar gebruik te maken van voordelige regelingen. Toch blijft het in bijna alle gevallen maatwerk. Samen met uw contactpersoon kunt u kijken welke keuze uit de regelingen voor u het beste is.