Optimaliseer investeringsaftrek
De investeringsaftrek is een fiscale subsidie op investeringen. Boven een investeringsgedrag van € 58.238 geldt dat des te hoger de investering, des te lager het bedrag van de investeringsaftrek. Het kan voor u gunstig zijn bedrijfsinvesteringen over meerdere kalenderjaren te spreiden. Door een investering nog juist wel of juist niet in 2020 te doen, kunt u profiteren van een zo hoog mogelijke aftrek. Onder investeren wordt verstaan “het aangaan van verplichtingen”. Dit betekent dat u investeert als u de offerte accepteert. Daarbij is ook van belang dat – als u ook aftrek wilt in 2020 – het bedrijfsmiddel in 2020 in gebruik moet zijn genomen of er in 2020 voldoende moet zijn (aan)betaald.
Andere investeringsfaciliteiten, zoals EIA, MIA en Vamil
Naast de investeringsaftrek zijn er nog andere investeringsfaciliteiten. Wanneer u milieuvriendelijk of energiezuinig investeert, kunt u wellicht gebruik maken van de energie-investeringsaftrek (EIA), de milieu-investeringsaftrek (MIA) of de willekeurige afschrijving op milieubedrijfsmiddelen (Vamil).
Voor toepassing van de EIA en de MIA / Vamil moet u investeren in nieuwe bedrijfsmiddelen die zijn opgenomen op daartoe ontwikkelde lijsten (Energie- en Milieulijst 2020). Vraag uw leverancier of onze adviseurs op tijd of een investering in aanmerking komt voor de EIA, MIA en/of Vamil.
Voor toekenning van EIA en MIA / Vamil is het vereist dat u de investering tijdig meldt bij RVO.nl, namelijk binnen drie maanden nadat u de investeringsverplichting bent aangegaan. U investeert als u de offerte accepteert. Bent u te laat met de melding, dan komt u niet in aanmerking voor de aftrek!
Baangerelateerde Investeringskorting
De Baangerelateerde Investeringskorting (of BIK) wordt per 2021 ingevoerd en geldt voor investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen vanaf 1 oktober 2020. Met deze investeringskorting kunnen zowel ondernemers voor de inkomsten- als vennootschapsbelasting onder bepaalde voorwaarden een deel van hun investeringen verrekenen met hun loonheffingen.
Het oorspronkelijke plan was dat voor investeringen tot en met vijf miljoen euro geldt dat 3 procent van de investering in mindering kan worden gebracht op de loonheffingen. Bij grotere investeringen zou daarnaast een korting komen van 2,44 procent van de investering boven de vijf miljoen euro. Inmiddels is onder druk van de oppositie duidelijk dat het voorstel wordt aangepast om meer tegemoet te komen aan het MKB. Op investeringen van € 20.000 tot vijf miljoen euro komt een korting van 3,9 procent, in plaats van de eerder genoemde drie procent. Bedrijven die investeringen boven de 5 miljoen doen, krijgen nu geen 2,44 procent korting op, maar 1,8 procent.
Let op: u komt alleen in aanmerking voor de BIK als de laatste betaling van de investering wordt gedaan in 2021 of 2022. Als u nog in 2020 wilt investeren, spreek dan met de leverancier af dat de laatste betaling mag plaatsvinden in 2021. Anders verspeelt u het recht op de BIK!
Kijk uit voor een desinvesteringsbijtelling
Heeft u in 2016 gebruik gemaakt van de investeringsaftrek en wilt het desbetreffende bedrijfsmiddelen verkopen, wacht dan met verkoop tot 2021. Hiermee voorkomt u dat een gedeelte van de genoten investeringsaftrek moet worden terugbetaald.
Voorkom verliesverdamping
Ondernemers die over een bepaald jaar een verlies lijden, mogen dat voorwaarts of achterwaarts verrekenen. De behaalde winst wordt dan verminderd met het verliesbedrag. Voorwaarts wil zeggen: verrekenen met in de toekomst behaalde winsten (voor verliezen van vóór 2019 maximaal 9 jaar na het verliesgevende jaar). Achterwaarts wil zeggen: verrekenen met een winst in het voorgaande jaar.
Indien u een verlies heeft staan uit het jaar 2011, is het noodzakelijk dit verlies nog dit jaar te verrekenen met winsten. Volgend jaar kan het namelijk niet meer. Wie in 2020 weinig of geen winst heeft gemaakt, kan winst maken door bijvoorbeeld bezittingen of een pand met grote meerwaarde te verkopen aan een gelieerde BV dan wel een samenwerkingsverband aan te gaan. Dit moet dan nog wel in 2020 worden geregeld.
Vorm een herinvesteringsreserve voor een verkocht bedrijfsmiddel
Is een bedrijfsmiddel verkocht en daarbij een boekwinst behaald, dan kan de belastingheffing over de boekwinst worden uitgesteld door deze te reserveren in een herinvesteringsreserve. Je kunt de herinvesteringsreserve in stand houden voor maximaal drie jaar na het jaar waarin je het bedrijfsmiddel hebt verkocht.
Een belangrijke voorwaarde om te mogen reserveren is dat er sprake is van een voornemen tot herinvestering. Voor het eerste jaar moet worden getoetst aan de balansdatum (vrijwel altijd 31 december 2020). Voor de jaren daarna moet dit voornemen doorlopend worden getoetst.
Het herinvesteringsvoornemen om de herinvesteringsreserve in stand te houden kan aannemelijk worden gemaakt door bijvoorbeeld offertes aan te vragen en advies in te winnen over een vervangend bedrijfsmiddel in combinatie met het vastleggen van directiebesluiten inzake de nieuwe investering.
Gebruik uw herinvesteringsreserve tijdig
Zoals hierboven aangegeven kan voor de boekwinst op een bedrijfsmiddel een herinvesteringsreserve worden gevormd. Deze boekwinst mag dan (onder voorwaarden) worden afgeboekt op een nieuw bedrijfsmiddel. Als in 2017 een herinvesteringsreserve is gevormd, dient u voor het einde van 2020 een herinvestering te doen. Doet u dit niet, dan valt de reserve in beginsel vrij in de winst en wordt deze belast. Haast is dan ook geboden. Enkel in zeer bijzondere omstandigheden kan de termijn voor het aanhouden van een herinvesteringsreserve worden verlengd.
Beloon uw meewerkende partner
Als de partner meewerkt in de onderneming, kan het voordelig zijn om daarvoor een arbeidsbeloning te geven. Bij een vergoeding van € 5.000 of meer is deze bij de ondernemer aftrekbaar en bij de partner belast. Er kan dan wellicht een tariefvoordeel worden behaald en mogelijk bestaat recht op extra heffingskortingen.
Wilt u dit jaar nog gebruik maken van de fiscale voordelen van het belonen van de meewerkende partner, zorg dan dat de beloning nog in 2020 wordt uitbetaald aan de partner.
Salaris voor uw kinderen
Als uw kinderen meewerken in het bedrijf kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om hen salaris uit te betalen. Vanaf 13 jaar mogen kinderen al sommige werkzaamheden verrichten. Ze kunnen bijvoorbeeld meehelpen in de winkel of het bedrijf van hun ouders. Dit mag alleen bij een bedrijf aan huis.
Afhankelijk van de fiscale situatie van het kind en de ouder(s) hoeft het meewerkende kind geen inkomstenbelasting te betalen over het ontvangen loon en krijgen de ouders een aftrekpost tegen maximaal 45%. Het voordeel kan dan oplopen tot enkele duizenden euro’s op jaarbasis. Uw kinderen hoeven niet altijd in de loonadministratie te worden opgenomen. Afdracht van werknemersverzekeringen kan vaak achterwege blijven. Wilt u nog dit jaar uw kinderen belonen voor hun werkzaamheden, zorg dan dat de beloning vóór 31 december wordt uitbetaald.
Benut voordelen bij bedrijfsopvolging
Het (gedeeltelijk) schenken van uw onderneming of aandelen in uw BV kan fiscaal op een voordelige wijze. Er is géén schenkbelasting verschuldigd als de onderneming een waarde heeft van € 1.100.000. Is de waarde hoger, dan is van het meerdere 83% vrijgesteld. Er wordt dan 17% belast tegen (bij een schenking van ouder aan kind) een tarief van maximaal 20%. Het belastingtarief is dan slechts 3,4% (20% van 17%) van de waarde van de schenking. De politiek geeft al langere tijd aan dat men deze regeling wil versoberen. Zorg daarom dat u tijdig gebruik maakt van deze zeer profijtelijke regeling.
Dien de WBSO-aanvraag tijdig in
Als uw onderneming het voornemen heeft om per 1 januari 2021 S&O-werkzaamheden te starten, moet tijdig een WBSO-aanvraag worden ingediend. Hebt u werknemers dan moet de aanvraag uiterlijk 20 december 2020 zijn ingediend. Voor ZZP’ers geldt de deadline van 1 januari 2021. Houd deze termijnen goed in de gaten.
Benut de werkkostenregeling optimaal
Wij raden u aan te controleren of de werkkostenregeling optimaal wordt benut. U kunt bijvoorbeeld nagaan of u de vergoedingen en verstrekkingen die u in 2020 aan uw werknemers hebt gegeven, correct hebt verwerkt en waar gewenst hebt aangewezen. U kunt na afloop van het jaar niet alsnog vergoedingen en verstrekkingen aanwijzen. Ook is deze controle een goede gelegenheid om te inventariseren of u voor het komende kalenderjaar rekening moet houden met extra werkkosten ten opzichte van het afgelopen jaar.
De vrije ruimte is daarbij in 2020 tijdelijk verhoogd naar 3% over de eerste € 400.000 van het totale fiscale loon van uw werknemers. Voor 2021 is de vrije ruimte tot de eerste € 400.000 weer verlaagd naar 1,7%; over het meerdere bedraagt deze dan 1,18%.
Elektrisch rijden in 2020
Denkt u erover na om een elektrische auto aan te schaffen, dan kan het voordelig zijn dit nog in 2020 te doen. De bijtelling wordt vanaf 2021 verhoogd van 8% voor auto’s met een cataloguswaarde van minder dan € 45.000 naar 12% voor een auto met een cataloguswaarde van minder dan € 40.000. De bijtelling voor auto’s met een cataloguswaarde boven de € 45.000 (2020) en € 40.000 (2021) blijft 22%. Dit percentage geldt alleen voor zover de cataloguswaarde hoger is dan € 45.000 en € 40.000. De tenaamstelling van de auto moet om in aanmerking te komen voor een bijtelling van 8% wel in 2020 plaatsvinden. Het lage bijtellingspercentage geldt dan voor 60 maanden. De komende jaren zal overigens de bijtelling voor elektrische auto’s ieder jaar stapsgewijs verhoogd worden.
Blijf opletten met inhuren van ZZP’ers!
Als u ZZP’ers inhuurt, heeft u op grond van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA) de verantwoordelijkheid om de arbeidsrelatie met de ZZP’er te beoordelen. De handhaving van de Wet DBA is uitgesteld tot 1 januari 2021, waarbij een uitzondering geldt voor kwaadwillenden. Inmiddels houdt de Belastingdienst verscherpt toezicht op schijnzelfstandigheid.
Daarbij komt dat de Hoge Raad zeer recent heeft bepaald dat niet van belang is wat partijen graag zouden willen (vaak geen dienstbetrekking) maar welke maar welke rechten en plichten partijen zijn overeengekomen. Dit arrest van de HR heeft ook grote invloed op de beoordeling of ingehuurde ZZP’ers al dan niet in dienstbetrekking werkzaam zijn. In de praktijk kan het wel zinvol zijn om de gemaakte afspraken met ingehuurde ZZP’ers opnieuw te beoordelen, zodat het risico van een dienstbetrekking verder wordt uitgesloten.
Het was de bedoeling om per 1 januari 2021 de Wet DBA te vervangen door een nieuwe wet om daarmee de arbeidsmarkt toekomstbestendig te maken. Echter in de belastingplannen op Prinsjesdag is geen wetsvoorstel opgenomen. Vorige week werd dan ook duidelijk dat plannen om tegen te gaan dat ZZP’ers werk doen dat eigenlijk om een dienstverband vraagt, worden doorgeschoven naar een nieuw kabinet.
Opnieuw subsidie voor jonge landbouwers om duurzaam te investeren
De subsidieregeling voor Jonge Landbouwers stimuleert jonge agrariërs om duurzaam te investeren in hun bedrijf. De openstelling is van 7 december 2020 tot en met 12 februari 2021. De regeling valt onder het derde Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) en stimuleert verbetering van milieu, klimaatbestendigheid, dierenwelzijn, volks- en diergezondheid, landschap, ruimtelijke kwaliteit of biodiversiteit. De subsidie bedraagt minimaal € 10.000 en maximaal € 20.000.
De regeling ziet er nagenoeg hetzelfde uit als vorig jaar. Dit betekent dat recht op subsidie bestaat als de aanvrager:
- op het moment van aanvragen jonger is dan 41 jaar;
- een agrarisch bedrijf heeft alleen of met vennoten en de aanvrager daarbij een blokkerende zeggenschap hebt voor besluiten van meer dan € 25.000;
- niet eerder van deze regeling gebruik heeft gemaakt.
Er is een (beperkte) lijst met investeringen die in aanmerking komen voor de subsidie. Aan de investeringen zijn scores verbonden. Des te hoger de score, des te eerder de aanvrager in aanmerking komt. Per provincie kan er een plafond worden ingesteld en kunnen bepaalde investeringen uit de lijst worden gelaten.
Let op: Nieuwe SDE++ regeling open van 24 november tot en met 17 december 2020
Van 24 november tot en met 17 december 2020 gaat de nieuwe SDE++-regeling open. Derhalve dient ruim vóór 31 december 2020 actie te worden ondernomen.
De subsidiemogelijkheden voor duurzame energieproductie met de SDE+ worden uitgebreid met CO2-reducerende categorieën en technieken in de SDE++ (Stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie). In deze eerste openstelling is € 5 miljard budget beschikbaar.
De SDE++ biedt subsidie voor de inzet van technieken voor de opwekking van hernieuwbare energie en van andere CO2-reducerende technieken. U kunt dan denken aan water, wind en zonenergie, geo- en aquathermie, gebruik van restwarmte, daglichtkas, grootschalige warmtepompen, biomassa, etc. Net als de SDE+ verloopt de SDE++ in fasen. De maximale subsidiebehoefte neemt per fase toe. De maximale subsidiebehoefte voor 2020 is € 300 per vermeden ton CO2. Ook kunnen projecten met een hogere subsidiebehoefte gebruikmaken van de SDE++, echter wordt hiervoor niet de gehele onrendabele top vergoed.
Belangrijk: Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld. Als er op een dag meer aanvragen binnenkomen dan er budget beschikbaar is, worden de aanvragen van die dag gerangschikt op basis van de subsidie-intensiteit.
Vraag op tijd bijzonder uitstel van belastingbetaling aan
Ben u met uw onderneming in betalingsproblemen gekomen door de coronacrisis? Dan kunt u nog tot en met 31 december 2020 bijzonder uitstel van belastingbetaling aanvragen. Ook kunt u onder voorwaarden een eerdere aanvraag voor bijzonder uitstel van belastingbetaling verlengen. De regeling voor dit bijzonder uitstel van betaling eindigt uiterlijk op 31 december 2020.
Vraag het uitstel of de verlenging op tijd aan. Wanneer geen uitstel wordt aangevraagd of het bijzonder uitstel afloopt, moet bij de eerstvolgende aangiften en aanslagen de belasting weer op tijd worden betaald.
Vanaf 1 juli 2021 begint de afbetaling van de openstaande belastingbedragen waarvoor vanwege de coronacrisis uitstel van belastingbetaling is verkregen. U krijgt in het voorjaar van 2021 een brief van de Belastingdienst met een voorstel voor een betalingsregeling voor de belastingschuld die is opgebouwd tijdens het bijzonder uitstel. U kunt deze aflossen van 1 juli 2021 tot 1 juli 2024. Daarbij dient wel steeds aan nieuw ontstane aangifte- en betalingsverplichtingen te worden voldaan.
Benut het lage inkomensvoordeel (LIV)
Werkgevers die werknemers in dienst hebben met een loon tussen 100% en 125% van het wettelijk minimumloon (WML), krijgen een tegemoetkoming: het lage-inkomensvoordeel (LIV). Voor het LIV gelden de volgende voorwaarden:
- het gemiddelde uurloon van de werknemer bedraagt minimaal 100% en maximaal 125% van het WML voor iemand van 21 jaar of ouder; en
- er is sprake van een substantiële baan (minimaal 1248 verloonde uren per kalenderjaar); en
- de werknemer heeft de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet bereikt.
Wat betreft de verloonde uren gaat het om alle uitbetaalde uren, dus ook uren waarvoor niet gewerkt wordt. Denk aan betaald verlof, ziekte, overwerk en uitbetaalde verlofuren. Ga daarom na voor welke werknemers je op grond van het uurloon het loonkostenvoordeel zou kunnen ontvangen en of zij het minimaal 1248 uren werken. Zitten ze net onder de grens, dan kan het lonend zijn het aantal uren te verhogen. Zelfs als je je werknemer extra betaald verlof zou geven, tellen de uren mee en kunt je het loonkostenvoordeel wellicht toch binnenhalen!
Het LIV is ook van toepassing op werknemers jonger dan 21 jaar. Zij moeten dan echter wel een gemiddeld uurloon hebben van minimaal 100% en maximaal 125% afgeleid van het WML voor iemand van 21 jaar of ouder.
Aanvraag Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) 3.0
Met ingang van 16 november kunnen werkgevers bij het UWV de tegemoetkoming in de loonkosten NOW 3.0 voor de eerste periode aanvragen. De NOW 3.0 is een tegemoetkoming in de loonsom voor de periode oktober t/m juni 2020 die in drie delen kan worden aangevraagd.
Let op! De aanvraag voor deze eerste periode van oktober t/m december 2020 begint op 16 november en loopt tot en met 12 december. Er is dus maar één maand om de aanvraag te doen. Het UWV streeft ernaar het eerste deel van het voorschot twee tot vier weken na uw aanvraag uit te betalen. Vraag de NOW 3.0 dus zo snel mogelijk aan.
Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)
Heeft u omzetverlies door de coronamaatregelen? En moeite om de vaste lasten van uw mkb-onderneming te betalen? Dan kunt u via de regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) subsidie aanvragen. De TVL staat open tot 30 juni 2021. U vraagt de TVL telkens aan voor een periode van 3 maanden.
Vanaf medio november kunnen ondernemers uit vrijwel alle bedrijfssectoren een aanvraag doen voor TVL Q4 2020 (oktober tot en met december 2020). Dit kan tot en met 29 januari 2021 om 17:00 uur. Nieuw is dat bedrijven voor het 4e kwartaal van 2020 geen specifieke SBI-code hoeven te hebben. Hierdoor kunnen meer ondernemers een beroep doen op de TVL.