Aftrek lijfrentepremie/storting banksparen: betalen voor 31 december 2021
Premies voor een lijfrenteverzekering of stortingen op een lijfrentespaarrekening of beleggingsrecht zijn alleen aftrekbaar als u in een bepaald jaar niet voldoende pensioen heeft opgebouwd. De hoogte van de aftrekbare premie wordt bepaald aan de hand van de jaarruimte of reserveringsruimte van de voorgaande jaren. Als u de aftrekpost wilt in 2021, dan moet u de premies daadwerkelijk in 2021 betalen! Doet u dit niet, dan kunt u de lijfrentepremie niet in uw aangifte 2021 in aftrek brengen.
Kies voor groene beleggingen
Heeft u vermogen in box 3 waarover u inkomstenbelasting moet betalen, kijk dan ook eens of het voordelig is om te investeren in groene beleggingen. Er geldt namelijk een vrijstelling voor groene beleggingen in box 3. Op 1 januari van het jaar (peildatum) geldt een vrijstelling tot een gezamenlijke waarde van maximaal € 60.429 (2021) in box 3. Dit is het bedrag zonder partner. Voor partners geldt het dubbele bedrag, dus € 120.858. Daarnaast kunt u profiteren van een extra heffingskorting. U heeft namelijk recht op de heffingskorting voor groene beleggingen en die bedraagt 0,7% van het vrijgestelde bedrag in box 3.
Vraag tijdig om een voorlopige aanslag!
Als u verwacht over 2021 belasting bij te moeten betalen, adviseren wij u tijdig te verzoeken om een (aanvullende) voorlopige aanslag. De belangrijkste reden hiervoor is dat de rente die de belastingdienst in rekening brengt fors hoger is dan de rente die u ontvangt bij de bank. De huidige belastingrente is nu 4% en voor de vennootschapsbelasting wordt deze per 1 januari 2022 zelfs weer 8%! Is het verzoek ingediend voor 1 mei 2022 dan is geen belastingrente verschuldigd als de (aanvullende) voorlopige aanslag conform het verzoek wordt opgelegd en hierna niet meer hoeft te worden bijbetaald.
Sparen bij de belastingdienst tegen de hoge rentetarieven is echter niet mogelijk. De belastingdienst vergoedt namelijk alleen nog rente in bijzondere situaties.
Aanpassing aftrekposten in 2021
Sommige aftrekposten in de inkomstenbelasting worden in 2022 aftrekbaar tegen maximaal 40%. Dit is gelijk aan het tarief voor de hypotheekrenteaftrek. Het aftrekpercentage wordt steeds met 3% per jaar teruggebracht tot uiteindelijk 37,05 procent in 2023. Het gaat onder meer om aftrek van alimentatie en andere onderhoudsverplichtingen, aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten, aftrek van weekenduitgaven voor gehandicapten en giftenaftrek. Het kan daarom voordelig zijn nog dit jaar een aftrekpost te benutten tegen het hogere tarief.
Vermogenstoets toeslagen
Naast de inkomenstoets geldt er ook een vermogenstoets voor de toeslagen. Voor het jaar 2021 is deze voor de zorgtoeslag en kindgebonden budget vastgesteld op € 87.139. Voor 2022 zijn de grenzen nog niet bekend. Daarom lichten we deze tip toe aan de hand van de cijfers 2021.
Als het vermogen uitkomt boven het heffingsvrije vermogen (voor alleenstaanden is dit € 31.340 en voor toeslagpartners is dit € 62.680) plus € 87.139, dan is er géén recht op zorgtoeslag en/of kindgebonden budget.
Voor de huurtoeslag geldt dat er niet meer vermogen mag zijn dan het heffingsvrije vermogen, dit is € 31.340 respectievelijk € 62.680 voor toeslagpartners.
De vermogenstoets wordt aangelegd op peildatum 1 januari 2022. Zorg er dus voor dat indien er op basis van het inkomen recht is op toeslagen, het vermogen op 1 januari 2022 niet te hoog is. Als u daarbij onder de grenzen van 2021 blijft, dan blijft u recht houden op toeslagen.